Zo won Nijland tweemaal de Annie Schmidtprijs voor het beste theaterlied en won Beuving onlangs de Neerlands Hoop voor aanstormend cabarettalent. Theo Nijland past in het rijtje Maarten van Roozendaal, Jeroen van Merwijk en Kees Torn: de allerbeste kleinkunstenaars die Nederland rijk is. Hij heeft diverse prijzen gewonnen voor zijn teksten waaronder, naast de eerder genoemde Annie Schmidt Prijs, de Groenman Taalprijs.

Saillant detail is dat Nijland twee jaar geleden te kampen kreeg met een gescheurde aorta, wat hij slechts ternauwernood overleefde. Hij keerde sterker dan ooit terug naar het podium en ontving louter lovende kritieken voor Desalniettemin. De voorstelling werd 'een hoogtepunt in de Nederlandse Kleinkunst' genoemd, vol juwelen van liedjes over ons leven en onze medemensen. Druipend van ironie, met af en toe een scheut fel cynisme, zoals dat een Nijland betaamt.

Jan Beuving is van de nieuwe lichting cabarettalenten. Begin deze maand won hij de Neerlands Hoop prijs: dé prijs voor het cabarettalent met het grootste toekomstperspectief. De jury stak haar bewondering niet onder stoelen of banken en roemde Beuving (van oorsprong wiskundige!) om zijn unieke perspectief: “Beuving integreert de meest complexe wiskundige theorieën met veel inzicht maar ook humor in zijn voorstelling.

Hij zet zichzelf neer als de raaklijn die langs twee uiteenlopende werelden scheert, wat leidt tot een frisse kijk op onze verdeelde samenleving.” Ook muzikaal is de voorstelling hoogstaand, dankzij de pianobegeleiding van Tom Dicke en Beuvings teksten, die met mathematische precisie in elkaar zijn gezet.